Ruud Dirkse is directeur van Daz (bureau voor vernieuwende zorg) en auteur van een eerdere bestseller over dementie, Had ik het maar geweten. In het in mei te verschijnen nieuwe boek beschrijven de auteurs de omgang met dementerenden als het opvoeden van kinderen. ‘Het gaat in beide gevallen om een dierbare die je in een liefdevolle omgeving met structuur het beste vooruit helpt’, zegt Dirkse. En net als bij kinderen is het ter voorkoming van probleemgedrag af en toe nodig om bij te sturen. En nóg een parallel met opvoeding van kinderen: belonen helpt beter dan straffen.
We denken te vaak: laat het maar zo
(Op)nieuw geleerd, oud gedaan leent naast kennis uit de opvoedkunde bovendien allerlei inzichten uit de praktijk van de revalidatie. Dat levert een onthullend inzicht op: waar revalidatie na iets als een heupoperatie de ambitie heeft patiënten terug te brengen tot 80 tot 90 procent van hun kunnen, daar is men bij de zorg van dementerenden aanzienlijk minder ambitieus. ‘We denken dan te vaak: laat het maar zo en hou het een beetje leefbaar. Dat gaat voorbij aan het grote lerend vermogen van dementerenden.’
Alzheimer-patienten kun je wel degelijk iets leren
Nieuw wetenschappelijk inzicht onder het boek werd deze maand gelanceerd in een publicatie van Roy Kessels, hoogleraar Neuropsychologie aan de Radboud universiteit. Hierin tonen Kessels en zijn Nijmeegse collega’s aan dat je Alzheimer-patiënten wel degelijk iets kunt leren. Vaak niet op bewust niveau, maar wel op het niveau van het automatische, onbewuste leren. Het onderzoek laat zien hoe patiënten met succes is aangeleerd om bepaalde vaste routes in te slijten.
Dankzij dit boek direct zelf aan de slag
Over het belang van het boek bestaat geen twijfel, zegt Dirkse, wijzend op de kwart miljoen mensen in Nederland met dementie en de anderhalf miljoen mensen die als familielid of in de zorg bij dementie zijn betrokken. Al die mensen kunnen dankzij het boek direct aan de slag, dankzij 67 praktijkverhalen die laten zien hoe het leren werkt. Een voorbeeld: een alleenstaande vrouw met beginnende dementie die geen koffie meer kon zetten, vond hulp bij een door haar dochter gemaakt stripje, waarin stap voor stap de handelingen werden uitgetekend en kort beschreven. Die vrouw kan nu zelf weer koffie zetten.
Het goede voorbeeld geven maakt zelfstandig
Dirkse noemt het koffie-voorbeeld om te onderstrepen dat het altijd beter is als de patiënt iemand om zich heen heeft. ‘We beschrijven ook hoe een man zijn dementerende vrouw keer op keer voordeed hoe je koffie moet zetten. Het goede voorbeeld helpt. Nu zijn al die stappen ingesleten en heeft zij voor koffiezetten geen hulp meer nodig.’ Draag zoveel mogelijk verantwoordelijkheid over, zegt Dirkse. Hij wijst op het koken in tal van tehuizen, waar verzorgers de eerste viool spelen en de bewoners worden ingezet voor hand- en spandiensten. ‘Dat zou ik liever omgekeerd willen zien, en dat kan ook. Dat maakt een wereld van verschil.’
Koken is maatwerk
Mevrouw Boerakker schilt de piepers (foto: Jessica Westerlaken) |
De kunst van het verleiden
In hun boek noemen de auteurs het de kunst van het verleiden. Als iemand iets niet kan: voordoen, luidt het devies. En niet teveel corrigeren, want dat schept alleen maar onzekerheid. ‘Pak de hand van een dementerende en ga samen de piepers jassen. Vaak denken mensen dat het probleem in het hoofd zit, maar de handeling is juist zo lastig omdat de fijne motoriek niet meer meewerkt.’ Dirkse, die als adviseurs tal van tehuizen bezoekt, stuitte bij het aardappel schillen op een mooi voorbeeld om betrokkenheid te creëren. ‘Een verzorgende schilde ten overstaan van een paar bewoners die niet wilden meehelpen expres veel te grof, zodat er bijna niks meer van de aardappel overbleef. Toen griste een bewoner ineens zijn mesje uit de hand: ‘Zó moet dat toch niet, laat mij het maar doen.’
Gerelateerde artikelen:
> Zingend taal leren
> Theater in de keuken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten